Onderwijsontwerp

We hebben de term ‘onderwijsontwerp’ expliciet in onze naam gezet, omdat dat altijd deel uitmaakt van wat we doen. Er zijn altijd aanleidingen om iets aan te passen of het onderwijs te vernieuwen. Goede docenten zijn altijd bezig met het fine-tunen van hun onderwijs. Maar soms zijn er redenen om nog eens echt grondig te kijken naar het hele curriculum, naar een specifiek vak of aspect, of een klein onderdeel daarvan.

Dat geeft kansen, maar vraagt ook om een goede analyse om ervoor te zorgen dat we zoeken naar de oplossing voor een probleem en niet andersom naar een probleem voor een oplossing. Zo’n analyse kan soms heel snel kan gaan en soms wat meer tijd kosten. Vanuit de onderwijsontwerptheorie komen een aantal relevant vragen naar voren (Verstegen et al., 2009). Bijvoorbeeld:

  1. Zijn er specifieke problemen of aanleidingen om het onderwijs te herzien?
  2. Wat is de missie of visie van de opleiding op het gebied van onderwijs? Zijn er keuzes gemaakt op het gebied van leertheorieën, leerprincipes, of onderwijsvormen?
  3. Wie zijn de karakteristieken van de studenten? (bijv. Hoeveel studenten? Achtergrondskenmerken? Ingangsniveau? Leercapaciteiten?)
  4. Wat is de structuur van het curriculum? Waar zit het onderdeel dat we nu bekijken?
  5. Wat zijn de leerdoelen van dit onderdeel? Hoe zijn die gerelateerd aan de einddoelen? Aan de toepassing in de toekomstige beroepspraktijk?
  6. Welke werkvormen zijn er gepland? Zijn die in lijn met de onderwijsvisie, geschikt voor deze groep studenten?
  7. Wat is rol van de docenten in deze onderwijsvormen? Zijn zij in staat om studenten adequaat te ondersteunen?
  8. Hoe worden studenten getoetst (formatief en summatief)? Is de toetsing in lijn met onderwijsvisie, de leerdoelen en de gekozen werkvormen?
  9. Zijn er genoeg middelen? Bijv. Docenten, onderwijsruimtes, materialen.
  10. Wat zijn de percepties van verschillende stakeholders op dit curriculum of onderdeel? Wat vinden docenten, studenten, curriculumcoördinatoren, enz. ?

De vragen hoeven niet altijd allemaal even relevant en ze hoeven niet per sé in deze volgorde te worden beantwoord. Misschien is het zelfs wel beter om te beginnen met de laatste vraag. Wij gebruiken ze daarom vaak als een checklijst.