Keitsitats?

Nee, dat is niet waar het bij “Flipping the Classroom’ om draait. Wat we wél gedaan hebben binnen statistiek (lees de titel nog maar eens), is het ‘flippen’ van de onderwijsactiviteiten.
Gedurende het herontwikkelde EPH blok “Introduction to statistical methods for data analysis” is bewust gekozen voor het gebruik van minder face-to-face colleges, en meer online kennisclips1 . Deze kennisclips zijn filmpjes van maximaal 10 minuten waarin studenten uitleg krijgen over een bepaald onderwerp. Het is de bedoeling dat studenten deze filmpjes zelfstandig bestuderen voordat ze naar de onderwijsactiviteiten komen. Hierdoor is er tijdens de onderwijsactiviteiten meer tijd over voor contact met de docent, vragen, voorbeelden en andere soorten verdieping. 

De face-to-face colleges worden dus gebruikt voor oa worked out examples, en om studenten in groepen te laten werken. Sociaal constructivistische leertheorieën noemen het belang van het zelf construeren van kennis. Dit zelf construeren kan wanneer een student actief met het lesmateriaal aan de slag gaat. Informatie moet actief worden opgeslagen, en studenten leren direct hoe deze informatie kan worden toegepast. Het gaat hier niet zo zeer om de kennisclips op zichzelf, maar hoe deze worden embed in het blok. Deze ontwikkeling volgt dus het zogenaamde Flipped Classroom2 principe.
 
Aangezien op het moment waarop het blok ontwikkeld werd de resources voor het zelf maken van filmpjes nog niet beschikbaar waren, is gekozen voor het gebruik van bestaande online filmpjes. Deze online filmpjes zijn vrij beschikbaar, en kunnen in deze zin enigszins worden opgevat als Open Educational Resources (OER)3. De blokcoördinator van het betreffende blok heeft op youtube gezocht naar clips die voldeden aan zijn wensen:

* Geen wiskundige maar conceptuele uitleg
* Van voldoende niveau/ complexiteit
* Niet te lang (idealiter maximaal 10 minuten)
* Gratis (dwz zonder licentie) te gebruiken

De uitgekozen filmpjes werden aangeboden binnen een zogenaamde ‘kijkwijzer’. Deze kijkwijzer gaf allereerst algemeen advies over hoe studenten met de filmpjes om dienden te gaan, alsmede tips om het bekijken van de filmpjes effectiever te maken. Het tweede doel van de kijkwijzer was het overzichtelijk aanbieden van de verschillende fragmenten.  Dit was niet alleen nodig om de studenten de opbouw in complexiteit te laten inzien, maar ook omdat niet alle filmpjes van dezelfde auteur afkomstig waren en niet alle auteurs op eenzelfde abstractieniveau werkten.

kijkwijzer
Kijkwijzer week 1.
Studenten konden in de kijkwijzer dus zien wat het onderwerp van een filmpje was, wanneer ze het moesten kijken, de duur, het soort filmpje en de complexiteit. De kijkwijzer zelf werd op EleUM als PDF aangeboden binnen de betreffende course. De meeste filmpjes dienden zowel voor als na het wekelijkse college bekeken te worden. Tijdens het college werden dan voorbeelden gegeven over de theorie uit de filmpjes. Tevens was er ruimte voor vragen. De theorie van de filmpjes kwam níet terug in het college, het was dus erg belangrijk dat studenten de filmpjes keken en zich zo zelfstandig de theorie eigen maakten.
———————————————————
1 “Een kennisclip is een korte video waarin je als docent bondig één specifiek onderwerp, een bepaald begrip of een basisprincipe uitlegt. Je kunt een kennisclip op verschillende manieren opnemen: met een lesopnamesysteem, in een studio of via screencasting. De docent kan al dan niet in beeld zijn. De mondelinge uitleg wordt meestal verrijkt met een PowerPoint-voorstelling of een andere schermopname. Voordelen van kennisclips:Efficiëntie: Je kunt kennisclips gebruiken om veel voorkomende vragen van studenten te beantwoorden zodat er meer tijd en ruimte overblijft voor individuele ondersteuning.Andere invulling contactmomenten: door leerinhouden via kennisclips aan te bieden, kun je in de contactmomenten de nadruk leggen op interactiviteit en het dieper verwerken van deze leerinhouden.Ondersteuning van studenten bij het studeren: studenten kunnen de kennisclips steeds op eigen tempo raadplegen, bijvoorbeeld bij het verwerken van moeilijke leerinhouden.” (https://www.kuleuven.be/onderwijs/onderwijstechnologie/kennisclips )
2 “In het flipped-classroommodel bereiden studenten contactmomenten voor, zodat je tijdens de contacttijd kunt inzoomen op de toepassing en diepere verwerking van de stof. Ook achteraf kunnen studenten de leerstof nog verder verwerken. Dit is het omgekeerde (vandaar de naam ‘flipped’) van het traditionele model, waarin de eerste kennismaking met de leerstof tijdens de contacturen gebeurt en de verwerking achteraf plaatsvindt. “( https://www.kuleuven.be/onderwijs/werkvormen/activeren_studenten/flipped-classroom )
3 “Teaching, learning and research materials in any medium, digital or otherwise, that reside in the public domain or have been released under an open license that permits no-cost access, use, adaptation and redistribution by others with no or limited restrictions. Open licensing is built within the existing framework of intellectual property rights as defined by relevant international conventions and respects the authorship of the work” as firstly coined at UNESCO’s 2002 Forum on Open Courseware. ( https://en.wikipedia.org/wiki/Open_educational_resources )